In mijn praktijk ontmoet ik regelmatig kinderen van gescheiden ouders. Omdat het in Nederland steeds vaker voorkomt, dat beide ouders voor de kinderen blijven zorgen, zijn er steeds meer kinderen die over hun ouders worden verdeeld. De ene week bij de ene ouder en de andere week bij de andere ouder of de eerste helft van de week bij de ene ouder en de andere helft van de week bij de andere ouder. Er zijn vele varianten te bedenken. Als kind heb jij daar meestal weinig tot niets over te zeggen, indien je nog minderjarig bent.

Om de kinderen tegemoet te komen hier 10 tips om de omgang met elkaar te vergemakkelijken. De tips zijn vanuit het kind geschreven, omdat zij opeens te maken krijgen met bonusouders. Het is dan heel belangrijk om dat contact heel rustig en geleidelijk op te bouwen. Ook al ben je nog zo verliefd en wil je het liefst samenwonen en alles samen doen. Voor die kinderen voelt dat vaak heel anders.

Stel jezelf eens voor, dat je nieuwe partner tegen je zegt: deze man of vrouw komt nu ook bij ons wonen. Wat zou je daar dan zelf van vinden en wat als die man/vrouw dan ook nog van alles voor jou gaat bepalen. Dat kan heel ingewikkeld zijn voor kinderen. Kinderen hebben te maken met vele veranderingen tijdens en na de scheiding van de ouders en een ervan is de bonusouder. Realiseer je dus goed, dat nieuwe dingen tijd nodig hebben en houdt zeker rekening met de gevoelens van die kinderen. Je kunt maar een keer een eerste indruk maken. Benut die kans goed.

De volgende 10 tips zijn geschreven door Amber voor bonusouders en geplaatst op de site van Villa Pinedo, de site voor kinderen, die te maken krijgen of hebben met ouders die gaan scheiden of al gescheiden zijn.

  1. Je wordt in principe nooit mijn vader of moeder, maar we kunnen wel een andere mooie band krijgen.
  2. Volgens ons kun je opvoeden beter aan mijn ouders overlaten. Natuurlijk, als ik te ver ga en er zijn geen ouders in de buurt, dan is het ook wel logisch dat je er iets van zegt. Maar als je zegt dat ik mijn bord leeg moet eten, voelt dat heel gek.
  3. Het is fijn als je je niet bemoeit met kleine ruzies tussen mij en mijn vader of moeder. Ruzie hoort er soms bij. Mag ik wel je hulp vragen als ik dat nodig heb?
  4. Zou je het duidelijk willen zeggen als je iets voor mij doet en je iets terugverwacht?
  5. Doe alleen dingen met mij als je het zelf leuk vindt om te doen. Wil je daar eerlijk over zijn? Ik voel het namelijk als je er eigenlijk geen zin in hebt.
  6. Kun je je soms proberen te verplaatsen in mijn positie? Misschien snap je dan beter waarom ik me gedraag zoals ik me gedraag.
  7. Meng je niet in de omgangsregeling. Dat is iets tussen mij en mijn ouders.
  8. Als je merkt dat mijn moeder of vader opeens strenger is omdat jij er bij bent, wil je hem of haar dan corrigeren? We snappen het echt niet als er ineens andere regels gelden. Misschien kunnen we ooit samen nieuwe regels verzinnen, maar niet op dag 1.
  9. Praat niet slecht over de andere ouder. Dat doe ik liever zelf. En als ik dat doe, zie het dan als een compliment, want dan lucht ik mijn hart bij jou. Maar dan nog: Wil je naar mij luisteren en niet meeklagen?
  10. Wees duidelijk, open en eerlijk. Dan kan ik je gaan vertrouwen en het voorkomt een hoop misverstanden.

Ik wens je veel plezier met jouw bonuskinderen. Er kunnen namelijk hele mooie en warme contacten ontstaan. Die gun ik jou en de bonuskinderen nog een beetje meer.

De hele dag door worden jij en jouw kind uitgedaagd door allerlei verschillende emoties. Het ene moment lig je samen op de grond van het lachen en nog geen 5 minuten later loopt jouw kind stampend en scheldend naar boven. Om jouw kind meer grip te geven op zijn emoties is het belangrijk om de gevoelens te zien en te erkennen. Wanneer kinderen hun gevoelens beter gaan begrijpen, leren ze er ook beter mee omgaan.

Hoe kun je dat doen?

Praat regelmatig over gevoelens. Tijdens het avondeten kun je vertellen over een situatie, die je hebt meegemaakt die dag en welke emotie je daarbij voelde. Zo hoort je kind, dat jij ook verschillende emoties hebt en hoe je ermee omgaat. Dat nodigt je kind ook uit om te vertellen over zijn gevoelens.

Leg in huis een setje met emotiekaarten weg. Bij hele jonge kinderen kun je beginnen met de basisemoties. (blij,boos,bang,bedroefd) Soms is het handiger om de juiste emotie op te zoeken op een afbeelding, omdat erover praten op dat moment even niet lukt. Of het is moeilijk om uit te leggen wat je precies bedoelt. Er zijn namelijk veel verschillende emoties. Zo kan je kind leren om welke emotie het gaat. Teleurgesteld is net even anders dan je afgewezen voelen.

Ook zijn er veel mooie boeken geschreven, die uitleg geven over al die verschillende emoties. Een paar voorbeelden: De kleur van emoties, draakje vurig, daantje het vulkaantje, willem is verdrietig, bang mannetje en help, ik voel zoveel. Een boek kan al veel herkenning geven of een mooi gesprek op gang brengen.

Filmtip: Inside out (binnenstebuiten). Deze film gaat over het gevoelsleven van een elfjarig meisje. Vijf basis emoties komen uitgebreid aan bod: blijdschap, woede, angst, afkeer en verdriet. Deze film kan inzicht geven in de binnenwereld van een kind. Zo kun jij met jouw kind ontdekken hoe de interne plattegrond van jouw kind eruit ziet. En dat kan op een dag steeds veranderen. Door er samen over te praten, erkenning te geven en samen op zoek te gaan naar oplossingen, ontstaat er meer grip voor jouw kind.

De scheidingslijn tussen pesten en plagen is erg dun. Wat de een plagen vind, is voor de ander al pesten. Op die manier merk ik, dat ouders, kinderen en scholen elkaar niet altijd begrijpen en er regelmatig conflicten ontstaan. Om hier duidelijkheid over te geven volgt nu mijn uitleg over de begrippen pesten, plagen en ruzie maken.

Plagen = de een maakt grapjes en de ander lacht erom. Beide kinderen vinden het leuk en maken grapjes tegen elkaar. Het wordt anders wanneer de ander het niet (meer) leuk vind. Zodra de grapjesmaker toch doorgaat dan wordt het pesten. Leer kinderen naar lichaamstaal te kijken van anderen. Zo leren ze goed kijken wat iemand wel/niet prettig vind. Iemand kan namelijk (nep)lachen aan de buitenkant, maar van binnen huilen.

Pesten = de een is gemeen en de ander is boos, verdrietig of bang. Hier gaat het duidelijk om een ander pijn doen. Zorg ervoor, dat je kind erover durft te praten met jou. Zoek samen oplossingen, die werken. Het is belangrijk voor jouw kind om voor zichzelf te durven opkomen. Pesters gaan vaak door wanneer je gaat huilen of boos word. Schakel indien nodig de school in om het pesten een halt toe te roepen. Samen kom je (meestal) verder.

Ruzie maken = boos zijn op elkaar, omdat je het niet met elkaar eens bent. Ruzie maken doe je vaak, omdat je het niet eens bent met de ander. Eigenlijk kun je dus leren van die ander, omdat die anders denkt. Vaak willen volwassenen een ruzie stoppen om het conflict te vermijden. Hoe zou het zijn wanneer jij als ouder een ruzie ziet als een startpunt om van elkaar te kunnen leren en juist nieuwe ideeën op te doen. Zoek niet naar schuld, maar zoek uit wat jouw kind dwarszit en los dat op.

Zelfvertrouwen is belangrijk in de ontwikkeling van kinderen. Kinderen die zelfverzekerd zijn voelen zich prettig en gaan uitdagingen aan. Kinderen met een positief zelfbeeld durven fouten te maken en vergelijken zichzelf niet met anderen. Als ouder kun je een bijdrage leveren om het zelfvertrouwen van jouw kind te vergroten. Wil je weten hoe? Lees dan verder…….

  1. Zelfstandigheid bevorderen

Kinderen voelen zich groot wanneer ze zelfstandig iets mogen uitvoeren. Denk aan: limonade zelf inschenken, boterhammen smeren, zelfstandig naar school lopen of fietsen. Misschien herken je de neiging om van alles over te nemen, omdat dat nu eenmaal sneller gaat of omdat je het nog te gevaarlijk vind. Het is goed om te weten dat wanneer je taken van kinderen overneemt je eigenlijk zegt: Je kan het niet!

Je kind zelf iets laten doen kost tijd, geeft rommel en is uitdagend. Toch geeft dit een enorme boost aan het zelfvertrouwen van jouw kind. Hoe trots ben je zelf wanneer iets gelukt is? Gun dit jouw kind ook

2. Zelf oplossingen bedenken

Kinderen zijn creatief, hebben veel fantasie en een goed oplossend vermogen. Zij bedenken dingen waar volwassenen niet aan denken. Hierdoor past dit mogelijk niet in jouw denkbeeld en zeg je al snel: dat lukt niet of dat kan niet. Je kind kan zich hierdoor afgewezen voelen en denken: ik doe het nooit goed.

Door aan te geven dat jouw kind een leuk idee heeft of dat jij er zo nog niet naar had gekeken, geeft dat jouw kind vertrouwen in zijn/haar oplossende vermogen. Om de oplossingen van jouw kind te verdiepen, geef je aan dat jij ook nog een oplossing hebt. Maak jouw kind nieuwsgierig en vraag of jij jouw oplossing ook mag vertellen. Samen kom je dan vast en zeker tot een passende oplossing waar iedereen tevreden mee kan zijn.

3. Fouten maken mag

Iedereen maakt fouten en juist van fouten leer je nieuwe dingen. Toch kijken kinderen op tegen hun ouders, oudere broers en zussen, omdat zij meer kunnen. Demonstreer als ouder hoe jij fouten maakt. Geef je fouten toe en vergroot ze soms nog wat uit. Met humor kun je namelijk veel bereiken. Zo laat je jouw kind zien, dat fouten maken normaal is.

4. Complimentje andersom

Een compliment geven is een positieve manier om contact te maken met jouw kind. Je zendt een positieve boodschap. Vb. wat is dat een mooi verfwerk. Jouw kind leert op deze manier ook omgaan met het ontvangen van een complimentje. Dat is voor veel mensen en kinderen nog best lastig. Soms voel je jezelf er wat ongemakkelijk door. Een complimentje andersom versterkt het zelfvertrouwen van jouw kind. Hoe werkt dat dan? Je zegt wat is dat een mooi verfwerk. (compliment) Hoe heb je dat toch zo mooi gekregen? Wat heb je er allemaal voor gedaan? Hierdoor kan het compliment ook daadwerkelijk binnenkomen bij jouw kind. Hij gaat zelf nadenken hoe hij tot dit verfwerk is gekomen. Door de ontdekking vanuit zichzelf komt het compliment echt binnen en blijft het niet alleen de mening van iemand anders.

Boos is een emotie, die we allemaal wel herkennen. Boos kent vele gradaties: frustratie, drift, woede, razernij of zelfs agressie. Op het moment, dat je je boos voelt gaat je hart sneller kloppen en je bloeddruk gaat omhoog. Jouw spieren spannen zich aan en soms krijg je zelfs een rood hoofd. Je lichaam voelt de behoefte om de energie te ontladen.

Achter het boze gedrag van jouw kind zit altijd een boodschap.

  • Jouw kind is bezig met een legobouwwerk en krijgt net dat ene blokje niet op de juiste plaats. (frustratie)
  • Iemand maakt een nare opmerking en dat raakt jouw kind van binnen (verdriet)
  • Jouw kind probeert iets uit te leggen, maar hij wordt niet begrepen (machteloos)
  • Tijdens een tekenles maakt jouw kind een prachtige tekening en een ander kind zet er een dikke streep doorheen (verontwaardigd)
  • Jouw kind zet een dikke streep door de tekening van een ander kind (jaloers)
  • Het hele jaar door wordt jouw kind al achterna gezeten door een paar klasgenoten tot de maat vol is en hij door het lint gaat. (woede)

Laat je kind eerst even afkoelen op een rustige plaats. Ook mag deze plaats niet aanvoelen als een strafplaats. Het is echt bedoeld om even tot rust te komen. Laat je kind na die boze bui dan ook weer even lekker tot zichzelf komen door  te spelen, naar buiten te gaan, te lezen of iets te doen waar hij blij van word. Kies dan een moment uit om er nog eens samen over te praten. Bijvoorbeeld als je naast elkaar in de auto zit, samen een rondje wandelt of jij aan het strijken bent en jouw kind ook in de kamer aanwezig is. Dan kun je ontspannen praten en wordt het geen kruisverhoor. Probeer dan samen achter de boosheid te kijken en te onderzoeken wat er nodig is om jouw kind te kunnen helpen. Vaak hebben kinderen zelf hele mooie ideeën over hoe ze iets aan willen pakken. En jij kunt ze daarbij helpen.

Met deze tips kun je voortaan altijd lekker slapen.

Door het vele binnen zitten, minder (of niet kunnen) sporten, een ander levensritme, thuisonderwijs en andere Coronamaatregelen kan het voorkomen, dat het slaapritme van jou of jouw kind verstoord raakt. Goed slapen is net zo belangrijk als ademhalen. Door te weinig slaap kun je je minder concentreren, kun je sacherijnig worden of je de hele dag moe voelen. Hoe kun jij of jouw kind weer lekker slapen?

Lees dan snel de volgende tips:

Tip 1 Zorg voor een vast bedritueel

Kinderen vinden het fijn om te weten waar ze aan toe zijn. (volwassenen meestal ook) Zorg voor een vast bedritueel. Bijvoorbeeld: douchen, pyama’s aan, tandenpoetsen, lekker voorlezen en dan gaan slapen. Maak hier tijd voor, zodat er voldoende tijd is om afscheid te nemen van de dag.

Tip 2 Ontspan

Zorg voor een rustige, fijne slaapplek. Laat jouw kind meedenken over de inrichting, zodat het echt zijn/haar plekje is. Lees een boek voor aan jouw kind of doe samen een ontspanoefening. Dit zorgt ervoor, dat jouw kind zijn gedachten los kan laten, zijn lijf kan ontspannen. Een fijne voorwaarde om in slaap te kunnen komen. Je hebt allerlei apps met ontspanningsoefeningen of voorleesverhalen, die je helpen bij het ontspannen. Maar een zelfverzonnen verhaal over allerlei dieren kan net zo effectief zijn om van je hoofd tot aan je tenen te kunnen ontspannen. Nieuwsgierig naar een voorbeeldverhaal? Stuur een e-mail en ik stuur je het verhaal toe. ([email protected])

Tip 3 Ga naar buiten

Ga iedere dag minsten 1x naar buiten. Stimuleer je kind om buiten te spelen of loop na het eten nog even een blokje om. Dit laatste is ook gezellig om samen even bij te kunnen kletsen. Bespreek de fijne en minder fijne momenten van de dag. Zoek oplossingen voor de minder fijne momenten, zodat jouw kind ze makkelijker los kan laten. Vlak voor het slapen gaan, kan dit nare gevoelens oproepen. De fijne momenten kunnen juist een fijn gevoel geven net voor het slapen gaan. Herhaal die dus nog een keer.

Tip 4 Ga offline

Ga een uur voor het slapen gaan offline. De prikkels van de game of het blauwe licht van het scherm zorgen ervoor, dat jouw lichaam wakker blijft. Neem een lekker warm bad, lees een boek of luister lekker naar muziek. Dat kan ervoor zorgen, dat je eerder slaperig word en beter kan slapen.

Tip 5 Zet een raam op een kier

Een ander goed idee is om een raam op een kiertje te zetten. Een goede ventilatie zorgt voor een frisse kamer waardoor je dieper slaapt. Ook kan het helpen om rustig op je rug te gaan liggen en heel bewust te letten op jouw buikademhaling. Adem rustig in door je neus en blaas de lucht weer uit door je mond. Door de focus op jouw ademhaling kunnen ook de piekergedachten verdwijnen. Je kunt maar met een ding tegelijk bezig zijn.

Tip 6 Piekergedachten stopzetten

Als je voor het slapen gaan nog een vol hoofd hebt en je moet steeds maar aan dat huiswerk denken wat je nog moet maken of aan jouw vriendje dat boos weg is gelopen. Leg dan een notitieboekje naast je bed en schrijf of teken daar alles in wat jou op dat moment nog bezig houd. Laat dan die gedachten in dat boekje staan en leg je hoofd lekker te rusten op jouw kussen. Neem een vast moment op de dag om naar al die piekergedachten in dat boekje te kijken. Ga dan na of je ze weg kunt gooien of dat je er nog iets mee wilt gaan doen. Los het op en scheur daarna die piekergedachten alsnog weg. Wat heerlijk, een leeg boekje en een leeg hoofd.

Tip 7 angsten voor monsters of dieven aanpakken

Zorg dat het veilig is op de slaapkamer van jouw kind. Heeft jouw kind bepaalde angsten in het donker? Een nachtlampje of een fijne knuffel kunnen al uitkomst bieden. Ga overdag in gesprek over de angsten in de slaapkamer en bedenk samen leuke, creatieve oplossingen om de monsters aan te pakken. In mijn praktijk heb ik al verschillende leuke avonturen mogen beleven en hebben we spokenvallen, dievenalarmen en boze monstersdrankjes gemaakt om met succes deze engerds weg te jagen. Jouw kind heeft vast ideeën wat bij hem/haar werkt.

Slaap lekker! En wees vooral nieuwsgierig naar wat jouw kind nodig heeft.

Heb jij ook een kind, dat nu door de Coronamaatregelen wat vaker achter zijn playstation, telefoon of laptop zit? Maak jij je zorgen of je kind gameverslaafd is? Wil je dat hij/zij wat vaker buiten gaat spelen? Of denk je dat jouw kind er gewelddadig van kan worden?

Hier volgen een aantal do’s en don’ts om irritaties thuis te voorkomen en de band met je kind te versterken.

Do’s

  • Vraag aan je kinderen welke games ze spelen. Kijk eens een keer mee of speel een van de spellen eens samen. Bekijk filmpjes op youtube over de games. Dat geeft jouw inzicht in het type spel en de omgeving waarin jouw kind zich regelmatig bevind. Ook krijg je dan beter zicht op de spellen en of ze bij de leeftijd van jouw kind passen. En je zult er verrassend leuke gesprekken met jouw kind over kunnen hebben.
  • Zorg 5 a 10 minuten voor je gaat eten, dat je kind gaat afronden. (of een half uur van te voren, zodat er bv nog één spelletje fortnite gespeeld kan worden) Vergeet niet dat gamebouwers de games zo maken, dat het lastig is om te stoppen. Je moet steeds nieuwe levels behalen. En als je voortijdig moet stoppen, ben je vaak je vorderingen kwijt. Je kunt ook aan je kind vragen wat hij/zij kan doen om toch te stoppen op een moment, dat jullie willen gaan eten.
  • Spreek samen met jouw kind beeldschermtijd af. Dit is afhankelijk van de leeftijd van jouw kind. Hoeveel tijd verantwoord is voor jouw kind, hangt af van de volgende factoren: het soort game, de persoonskenmerken van jouw kind en de andere activiteiten die hij/zij onderneemt op die dag. Een kind, dat in de avond nog gaat sporten, kan bijvoorbeeld in de middag nog even gamen. Zorg ook, dat je geen vaste patronen ontwikkelt, zodat je geen verwachtingen schept bij jouw kind.

Don’ts

  • Probeer niet steeds negatief te reageren op het gamen. Jouw kind voelt zich hierdoor steeds afgewezen en zal zich harder gaan verzetten. Toon interesse en probeer de dilemma’s te bespreken en samen afspraken hierover te maken.
  • Zeg niet steeds: ga buiten spelen, dat is veel gezonder. Het draait natuurlijk wel om de balans in: sport-spel-school-slaap-sociaal. Die balans zoeken, doe je samen. Als je kind goed slaapt, voldoende tijd aan school besteed, sport en afspreekt met vriendjes dan blijft er  vast en zeker nog voldoende tijd over om te gamen.
  • Als ouder de hele dag op je telefoon zitten of zelf veel gamen. Kinderen kopiëren dit gedrag, wat ze jou als ouder zien doen vinden ze normaal. Geef daarom het goede voorbeeld: zeker tijdens het eten de telefoons aan de kant en tijdens de sociale contactmomenten.

Leestip: Mijn gamende kind. Schrijvers: Koen Schobbers en Deirdre Enthoven

2020 was voor iedereen een bijzonder jaar. Corona, thuis werken, thuisonderwijs, 24 uur bij elkaar zijn. Veel veranderingen, minder vrijheden. Misschien zag je het soms echt even niet meer zitten met jouw kind in jouw directe nabijheid. Maak dan een positieve start in 2021 met de volgende tips. Hoe doe je dat samen?  

5 tips

  1. Positief denken. Zet negatieve gedachten om in positieve gedachten. Een voorbeeld: je kunt bij iets wat moeilijk is al snel denken, dat kan ik niet. Dan denk je negatief. Maak je ervan: Het is moeilijk, ik ga het proberen! Dan maak je er een positieve gedachte van.
  2. Denk in kansen en niet in problemen. Wat vandaag niet lukt, lukt morgen misschien wel. Geef ruimte om problemen aan te pakken. Kijk vooral naar wat wel kan en niet naar wat niet kan. Dat geeft ruimte om kansen te kunnen pakken.
  3. Maak 1x per week tijd voor jouw kind. Ga 1x per week iets leuks doen samen, zoals een gezelschapsspel, samen koken/bakken, samen wandelen. Doe iets wat wel kan in deze tijd. Soms kan een gesprek tijdens het avondeten over wat er goed gegaan is die week of die dag ook voor een positief gevoel zorgen. 
  4. Geef zelf het goede voorbeeld. Laat zien als ouder hoe je zelf positief blijft denken. Laat zien, dat je jezelf goed kunt voelen ongeacht de omstandigheden.
  5. Schrijf positieve gedachten op. Laat iedereen uit het gezin een aantal positieve dingen opschrijven. Een aantal voorbeelden: iedereen is wel ergens goed in, ik ben goed in….., ik mag om hulp vragen, morgen is er weer een nieuwe dag. Of schrijf mooie herinneringen op. Herinneringen, die een lach op je gezicht toveren. Haal inspiratie uit deze gedachten op de momenten, dat je het nodig hebt.

Ik wens je veel oefenplezier bij het inzetten van positief denken met jouw kind. Maak er een mooi, bijzonder en vooral positief 2021 van.

Wil je nog meer tips in 2021? Volg me op Facebook (De Droomboom) en Instagram (de_droomboom).

De droomboom, praktijk voor integratieve kinder- en jongerentherapie.

 

Dit stukje schreef ik voor SKODDOKS, een interne digitale krant van SKOD-scholen

Ik zal me even voorstellen: Carola Norbart, intern begeleider op bs de Stuifhoek. Dat betekent, dat ik vele verschillende kinderen mag ontmoeten met kleine en grote problemen. Ik werd steeds nieuwsgieriger naar de kinderen met hun probleempjes die zo af en toe mijn kamertje kwamen bezoeken of die ik tijdens observaties in klassen tegenkwam. Ik ontdekte dat ze hun eigen oplossingen altijd in zich hebben, maar dat ze die (nog) niet altijd kunnen inzetten of benutten. Alleen liefdevolle aandacht is niet (altijd) voldoende om het “probleem” op te kunnen lossen. Ik miste de handreikingen om adequaat te helpen. In mijn zoektocht naar oplossingen kwam ik uit bij de opleiding tot integratieve kindertherapeut in Amsterdam. Deze opleiding heeft mij wel de juiste handvaten geboden. Hierdoor kan ik kinderen nu wel op weg helpen om hun eigen kracht in te zetten en weer vol vertrouwen te genieten. Ieder kind heeft recht op een gelukkig leven. Na 4 jaar studeren aan de Academie voor Psychotherapie in Amsterdam heb ik in juni mijn diploma in ontvangst mogen nemen. Ik ga nu zelfstandig verder en zal per 01-08-2017 SKOD gaan verlaten. Ik kan terugkijken op een hele fijne tijd bij SKOD waar ik toch 20 jaar gewerkt heb. Lees meer


Wil je meer weten over mijn werkwijze in de praktijk? Bekijk dan de volgende link waarin ik in een TVuitzending van ROSDrimmelen vertel hoe ik ouders en kinderen kan helpen om weer gelukkig te worden.

https://player.vimeo.com/video/237461781

In gesprek met een ouder en een kind in mijn rol als intern begeleider op een basisschool: