De scheidingslijn tussen pesten en plagen is erg dun. Wat de een plagen vind, is voor de ander al pesten. Op die manier merk ik, dat ouders, kinderen en scholen elkaar niet altijd begrijpen en er regelmatig conflicten ontstaan. Om hier duidelijkheid over te geven volgt nu mijn uitleg over de begrippen pesten, plagen en ruzie maken.

Plagen = de een maakt grapjes en de ander lacht erom. Beide kinderen vinden het leuk en maken grapjes tegen elkaar. Het wordt anders wanneer de ander het niet (meer) leuk vind. Zodra de grapjesmaker toch doorgaat dan wordt het pesten. Leer kinderen naar lichaamstaal te kijken van anderen. Zo leren ze goed kijken wat iemand wel/niet prettig vind. Iemand kan namelijk (nep)lachen aan de buitenkant, maar van binnen huilen.

Pesten = de een is gemeen en de ander is boos, verdrietig of bang. Hier gaat het duidelijk om een ander pijn doen. Zorg ervoor, dat je kind erover durft te praten met jou. Zoek samen oplossingen, die werken. Het is belangrijk voor jouw kind om voor zichzelf te durven opkomen. Pesters gaan vaak door wanneer je gaat huilen of boos word. Schakel indien nodig de school in om het pesten een halt toe te roepen. Samen kom je (meestal) verder.

Ruzie maken = boos zijn op elkaar, omdat je het niet met elkaar eens bent. Ruzie maken doe je vaak, omdat je het niet eens bent met de ander. Eigenlijk kun je dus leren van die ander, omdat die anders denkt. Vaak willen volwassenen een ruzie stoppen om het conflict te vermijden. Hoe zou het zijn wanneer jij als ouder een ruzie ziet als een startpunt om van elkaar te kunnen leren en juist nieuwe ideeën op te doen. Zoek niet naar schuld, maar zoek uit wat jouw kind dwarszit en los dat op.