In mijn praktijk ontmoet ik regelmatig kinderen van gescheiden ouders. Omdat het in Nederland steeds vaker voorkomt, dat beide ouders voor de kinderen blijven zorgen, zijn er steeds meer kinderen die over hun ouders worden verdeeld. De ene week bij de ene ouder en de andere week bij de andere ouder of de eerste helft van de week bij de ene ouder en de andere helft van de week bij de andere ouder. Er zijn vele varianten te bedenken. Als kind heb jij daar meestal weinig tot niets over te zeggen, indien je nog minderjarig bent.

Om de kinderen tegemoet te komen hier 10 tips om de omgang met elkaar te vergemakkelijken. De tips zijn vanuit het kind geschreven, omdat zij opeens te maken krijgen met bonusouders. Het is dan heel belangrijk om dat contact heel rustig en geleidelijk op te bouwen. Ook al ben je nog zo verliefd en wil je het liefst samenwonen en alles samen doen. Voor die kinderen voelt dat vaak heel anders.

Stel jezelf eens voor, dat je nieuwe partner tegen je zegt: deze man of vrouw komt nu ook bij ons wonen. Wat zou je daar dan zelf van vinden en wat als die man/vrouw dan ook nog van alles voor jou gaat bepalen. Dat kan heel ingewikkeld zijn voor kinderen. Kinderen hebben te maken met vele veranderingen tijdens en na de scheiding van de ouders en een ervan is de bonusouder. Realiseer je dus goed, dat nieuwe dingen tijd nodig hebben en houdt zeker rekening met de gevoelens van die kinderen. Je kunt maar een keer een eerste indruk maken. Benut die kans goed.

De volgende 10 tips zijn geschreven door Amber voor bonusouders en geplaatst op de site van Villa Pinedo, de site voor kinderen, die te maken krijgen of hebben met ouders die gaan scheiden of al gescheiden zijn.

  1. Je wordt in principe nooit mijn vader of moeder, maar we kunnen wel een andere mooie band krijgen.
  2. Volgens ons kun je opvoeden beter aan mijn ouders overlaten. Natuurlijk, als ik te ver ga en er zijn geen ouders in de buurt, dan is het ook wel logisch dat je er iets van zegt. Maar als je zegt dat ik mijn bord leeg moet eten, voelt dat heel gek.
  3. Het is fijn als je je niet bemoeit met kleine ruzies tussen mij en mijn vader of moeder. Ruzie hoort er soms bij. Mag ik wel je hulp vragen als ik dat nodig heb?
  4. Zou je het duidelijk willen zeggen als je iets voor mij doet en je iets terugverwacht?
  5. Doe alleen dingen met mij als je het zelf leuk vindt om te doen. Wil je daar eerlijk over zijn? Ik voel het namelijk als je er eigenlijk geen zin in hebt.
  6. Kun je je soms proberen te verplaatsen in mijn positie? Misschien snap je dan beter waarom ik me gedraag zoals ik me gedraag.
  7. Meng je niet in de omgangsregeling. Dat is iets tussen mij en mijn ouders.
  8. Als je merkt dat mijn moeder of vader opeens strenger is omdat jij er bij bent, wil je hem of haar dan corrigeren? We snappen het echt niet als er ineens andere regels gelden. Misschien kunnen we ooit samen nieuwe regels verzinnen, maar niet op dag 1.
  9. Praat niet slecht over de andere ouder. Dat doe ik liever zelf. En als ik dat doe, zie het dan als een compliment, want dan lucht ik mijn hart bij jou. Maar dan nog: Wil je naar mij luisteren en niet meeklagen?
  10. Wees duidelijk, open en eerlijk. Dan kan ik je gaan vertrouwen en het voorkomt een hoop misverstanden.

Ik wens je veel plezier met jouw bonuskinderen. Er kunnen namelijk hele mooie en warme contacten ontstaan. Die gun ik jou en de bonuskinderen nog een beetje meer.

Je kent het wel. 30 graden, een dagje vrij, dus je besluit om samen met je gezin een dagje naar het strand te gaan. Jullie genieten volop, nemen lekker een ijsje en dan begint het “gezeur”. Ik wil nog een ijsje hoor je je kind zeggen. Je legt rustig uit, dat het geld op is en dat een ijsje eigenlijk wel genoeg is. Je kind wordt boos en gilt: ik wil nog een ijsje en begint een hoop stampij te maken. Jij wordt ook boos en reageert naar je kind met zoiets als: je bent ondankbaar…. Je mag nooit meer mee…. Het is ook nooit goed… Je verpest altijd de leuke dag….. Je gaat de spullen inpakken en weg leuke dag. Weg gezellig familie-uitje.

Herken je zo’n moment uit je eigen leven? Word je er ook zo wanhopig van als je niet begrijpt waar het gedrag van je kind op slaat? Je had het zo goed bedoeld, maar blijkbaar begrijp je iets niet.

Probeer de volgende stappen eens uit. Erkennen, troost en realiteit. Wel in deze volgorde, omdat het anders niet werkt.

Wanneer je kind “zeurt” om een tweede ijsje kun je het volgende doen:

  1. Je zegt: Ik begrijp, dat jij zin hebt in nog een lekker ijsje. (erkenning)
  2. Je zegt: Wat vervelend voor je, dat je er niet nog een krijgt. Ik snap, dat je hier verdrietig en boos over kunt zijn. (troost bieden) Dit doe je net zo lang tot je kind rustig geworden is. Herhaal desnoods een paar keer je boodschap.
  3. Je zegt: Ik heb niet voldoende geld voor nog een ijsje of je noemt een andere realistische reden. (realiteit) Dit hoef je maar een keer te zeggen.

Ik wens jullie veel plezier op jullie dagje uit. En wie weet komen de tips je nog van pas en kun je blijven genieten van je dagje uit.

Bron: de sleutel tot je kind van Charlotte Visch